Financiën
Overzicht programma
Bedrag x € 1.000 | Rekening | Begroting | Begroting 2024 | Begroting | Begroting | Begroting | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma | 2022 | 2023 | Lasten | Baten | Saldo | 2025 | 2026 | 2027 |
0.5 Treasury | -1.007 | -444 | 1.665 | 651 | -1.014 | -175 | 335 | 518 |
0.61 OZB Woningen | 11.202 | 11.826 | 1.317 | 15.029 | 13.712 | 14.358 | 14.396 | 14.436 |
0.62 OZB Niet woningen | 11.481 | 12.189 | 439 | 14.813 | 14.374 | 15.003 | 15.040 | 15.075 |
0.64 Belastingen overig | -60 | -62 | 69 | 0 | -69 | -69 | -69 | -69 |
0.7 Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds | 149.792 | 141.457 | 0 | 162.940 | 162.940 | 172.926 | 164.761 | 168.777 |
0.8 Overige baten en lasten | 17.537 | -11.311 | -170 | 0 | 170 | -8.070 | -13.904 | -18.056 |
0.9 Vennootschapsbelasting (VPB) | -29 | -2.121 | 3.007 | 0 | -3.007 | -658 | -1.628 | -618 |
Totaal saldo van baten en lasten | 188.917 | 151.535 | 6.327 | 193.433 | 187.106 | 193.315 | 178.931 | 180.063 |
Reservemutatie | -2.133 | 5.537 | 1.000 | 0 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 |
Resultaat | 186.784 | 157.072 | 7.327 | 193.433 | 186.106 | 192.315 | 177.931 | 179.063 |
Ontwikkeling programmasaldo
Toelichting ontwikkeling begrotingssaldo
bedrag x € 1.000 | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Saldo begrotingsboek 2023 | -148.133 | -152.810 | -146.033 | -147.094 |
Uitvoeringsprogramma 2023 | -11.872 | -12.898 | -10.748 | -10.748 |
Perspectiefnota 2024 | -12.483 | -12.225 | -6.765 | -8.473 |
Notitie Meicirculaire 2023 | -971 | -1.468 | -508 | 288 |
1e tijdvak 2023 | -95 | -95 | -95 | -90 |
Herziening bedrijfsvoering | -207 | -207 | -207 | -207 |
Nominaal, kapitaallasten & kostentoerekening | -11.966 | -12.149 | -13.389 | -12.649 |
Beheerkst verblijfsvoorziening ontheemden Oekraïne | -289 | -372 | -95 | 0 |
Hogere Acountantskosten | -50 | -50 | -50 | -50 |
Divers | -40 | -40 | -40 | -40 |
Saldo begrotingsboek 2024 | -186.106 | -192.315 | -177.931 | -179.063 |
Dit programma bevat de structurele algemene inkomsten van de gemeente. De tegenhanger hiervan is de inzet van deze middelen via de programma’s. De algemene inkomsten betreffen met name de algemene uitkering gemeentefonds, de OZB en rentebaten/dividend (treasury).
Algemene dekkingsmiddelen bevat de volgende structurele algemene inkomsten:
0.5. Treasury
Aandelen BNG
Amstelveen heeft 143.520 aandelen BNG. In de begroting wordt rekening gehouden met een structurele dividenduitkering van € 201.000
Aandelen Stedin
In 2021 heeft Amstelveen 11.713 preferente aandelen Stedin gekocht tegen een aanschafprijs van € 5.630.322. De investering levert gemeenten een vast dividendrendement van 3% per jaar over het gestorte kapitaal op (afgerond € 170.000). Over vijf jaar is een herijkmoment van dit percentage, waarbij het afhankelijk van marktrentes hoger of lager kan worden met een ondergrens van 1%. Het bestaande begrotingskader kent daarnaast een structurele dividenduitkering Stedin van € 280.000.
Rente-exploitatie
De begroting bevat een gedetailleerde herberekening en verwerking van de kapitaallasten rekening houdend met de laatst afgesloten jaarrekening en de besluitvorming over nieuwe investeringen tot en met de Perspectiefnota 2024 (investeringsplan maatschappelijk vastgoed).
0.61/0.62/0.64 Belastingen (OZB Woningen, OZB Niet woningen en Belastingen overig)
De onroerende zaakbelastingen zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De onroerende zaakbelastingen bestaan uit een belasting voor het gebruik (alleen niet-woningen) en een belasting voor het eigendom (woningen en niet-woningen). De geraamde OZB-opbrengst voor het aanslagjaar 2024 bedraagt € 29,7 miljoen. Daarnaast bevat de raming op het taakveld OZB-woningen een opbrengst van € 120.000 geraamd voor dwanginvordering.
Tarieven
Met betrekking tot de tariefbepaling OZB zijn drie verschillende zaken van belang:
- In de eerste plaats is sprake van een indexering van het tarief op basis van de loon- en prijsontwikkeling. Voor 2024 betekent deze inflatiecorrectie een verhoging van de tarieven met 8,0%.
- In de tweede plaats is via besluitvorming besloten de OZB in 2024 met € 2,0 miljoen te verhogen en vanaf 2025 structureel met € 3,2 miljoen;
- In de derde plaats vindt jaarlijks een waardetaxatie van het onroerend goed plaats ("hertaxatie WOZ"). Op basis van de hieruit voortvloeiende waardeverhoging of –verlaging, wordt het tarief respectievelijk naar beneden of naar boven bijgesteld om de OZB-opbrengst gelijk te houden. Voor de gemeente als geheel leidt de hertaxatie dus niet tot een andere OZB-opbrengst. Op individueel niveau treden wel verschillen op als de uitkomst van de hertaxatie afwijkt van de gemiddelde waarde ontwikkeling in de gemeente.
Voor 2024 is vooralsnog rekening gehouden met een gemiddelde waarde stijging door hertaxatie van 3% voor woningen en 2% voor niet-woningen. Dit is een eerste inschatting ten tijde van de uitwerking van de meicirculaire gemeentefonds als basis voor de opstelling van deze begroting. In de raadsvergadering van december 2023 volgt een definitief tariefvoorstel als de hertaxatie grotendeels is afgerond.
0.7 Algemene uitkering
De geraamde algemene uitkering in de primitieve begroting is gebaseerd op de actuele stand na uitwerking van de meicirculaire 2023. De uitkomsten van deze circulaire zijn via een aparte notitie samengevat en aan de gemeenteraad toegezonden en meegenomen in de behandeling en besluitvorming aangaande de Perspectiefnota 2024. De uitkomst van de septembercirculaire, na Prinsjesdag, wordt op de gebruikelijke wijze via een aanvullende notitie toegevoegd aan de begrotingsbehandeling.
0.8 Overige baten en lasten
Onder het onderdeel overige baten en lasten staan stelposten opgenomen voor nog nader te bestemmen middelen en/of nog nader in te vullen, generieke taakstellingen. De laatstgenoemde categorie komt in deze begroting niet voor.
Belangrijkste stelposten in deze begroting zijn de stelpost nominaal en de stelpost nieuw beleid.
Hieronder volgt een overzicht van de opgenomen stelposten voor nog nader te bestemmen middelen. Aan de hand van dit overzicht worden de afzonderlijke onderdelen toegelicht.
bedrag x € 1 miljoen | ||||
omschrijving/jaar | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
# Premies voormalig personeel | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
# Algemene baten/lasten | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
subtotaal | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
stelposten | ||||
# areaal | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,4 |
# onvoorzien | 0,2 | 0,3 | 0,4 | 0,5 |
# nominaal | -1,1 | 7,3 | 11,2 | 15,0 |
# taakmutaties GF | 0,0 | 0,1 | -0,8 | -0,9 |
# Nieuw beleid | 0,4 | 0,3 | 2,8 | 2,8 |
# Overig | -0,3 | -0,4 | -0,1 | 0,0 |
subtotaal | -0,5 | 7,7 | 13,5 | 17,7 |
totaal 0.8 overige baten en lasten | -0,2 | 8,1 | 13,9 | 18,1 |
Areaal
De stelpost areaal heeft een tweeledig doel:
- In de eerste plaats worden via deze stelpost schommelingen in volumemutaties op de maatstafgegevens van verdeelmaatstaven verevend. Enerzijds plussen en minnen tussen verschillende maatstaven, anderzijds verschillen in de tijd tussen de verwerking in het gemeentefonds van mutaties op macroniveau en op gemeenteniveau;
- In de tweede plaats is er geen directe 1-op-1-relatie in tijd en omvang tussen areaaleffecten c.q. autonome ontwikkelingen aan de uitgavenkant en aan de inkomstenkant. Deze stelpost biedt de mogelijkheid hier flexibel mee om te gaan. Een positief areaaleffect aan de inkomstenkant wordt via deze stelpost gereserveerd en de inzet verloopt als regel via integrale afweging bij de Perspectiefnota.
Onvoorzien
De begroting bevat een vast bedrag voor onvoorziene uitgaven. Meerjarig loopt dit bedrag op met afgerond € 0,1 miljoen.
Nominaal
In de Perspectiefnota 2024 is de beschikbare stelpost van € 16 miljoen volledig ingezet. De gedetailleerde uitwerking van de loon- en prijscompensatie, inclusief de doorwerking in kostendekkende exploitaties en andere samenhangende posten, leidt tot een tekort op de inzet van de stelpost 2024 van afgerond € 1,1 miljoen. Dat de uiteindelijke nominale uitwerking hoger uitkomt dan de beschikbare stelpost houdt verband met mutaties in de onderliggende grondslagen (omvang loon- en prijsgevoelige budgetten) na het opstellen van de technische grondslag aan het begin van het begrotingstraject (begin 2023). Door de relatief hoge indexpercentages leidt dit sneller tot significantere afwijkingen. Dit zal worden betrokken bij de uitwerking van de septembercirculaire 2023 uitkering gemeentefonds (actualisering nominaal/areaal). Dat geldt ook voor de meerjarige reserveringen in 2025 en verder in relatie tot de nog steeds hoge inflatiecijfers.
Taakmutaties GF
In de meicirculaire 2023 staat een taakstelling opgenomen voor Wmo-brede eigen bijdrageregeling met ingang van 2026.
Nieuw beleid
In de meicirculaire 2023 is € 2,8 miljoen vanaf 2026 gereserveerd voor de nog openstaande structurele opgave bij onder andere jeugd, dat nu incidenteel is ingevuld. Daarnaast resteert nog een gering bedrag vanuit de circulaires 2022 voor deze structurele opgave.
Reservemutatie
Reservemutatie
bedrag x € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
omschrijving | beginsaldo | dotatie | onttrekking | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo |
0.8 Afdekking risico Invest-MRA | 2.500 | 0 | 0 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 |
0.8 investeringen in energietransitie en duurzaamheid | 6.019 | 130 | -1.900 | 4.249 | 3.029 | 1.456 | 1.486 |
0.8 Stedelijke vernieuwing | 8.159 | 1.000 | 0 | 9.159 | 10.159 | 11.159 | 12.159 |
Algemene dekkingsmiddelen | 16.678 | 1.130 | -1.900 | 15.908 | 15.688 | 15.115 | 16.145 |
Het saldo van de kolommen dotatie en onttrekking sluit niet aan op de reservemutatie zoals staat vermeld in het financieel overzicht. Dit verschil betreft de mutatie van de reserve " investeringen in energietransitie en duurzaamheid", waarvan de reservemutatie op het financieel overzicht bij programma 5 Ruimtelijke ontwikkeling staat verantwoord.
Afdekking risico invest-MRA/investeringen in energietransitie en duurzaamheid
Vanuit de verkoopopbrengst Eneco is € 15 miljoen gereserveerd voor investeringen in energietransitie en duurzaamheid. Daarna heeft op verschillende momenten besluitvorming plaatsgevonden over de inzet van deze reserve. Een specificatie van de stand en ontwikkeling van deze reserve is opgenomen in bijlage K.
In de raadsvergadering van 11 november 2020 is ingestemd met participatie in Invest-MRA. De investering bedraagt ongeveer 1% van de Amstelveense begroting oftewel € 2,5 miljoen.
Ter afdekking van het risico dat de middelen niet terugvloeien naar Amstelveen is € 2,5 miljoen gereserveerd in een afzonderlijke bestemmingsreserve. Dit bedrag kan (deels) weer terugvloeien ten gunste van de reserve "investeringen in energietransitie en duurzaamheid" als het risicoprofiel in de komende jaren lager dan 100% blijkt te zijn.
Stedelijke vernieuwing
In de begrotingsraad van 11 november 2020 is aan de hand van de Nota Aanvullende Voorstellen bij de Programmabegroting 2021 besloten tot de instelling van de reserve “stedelijke vernieuwing”.
Voorzieningenmutatie
Voorzieningenmutatie
bedrag x € 1.000 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
omschrijving | beginsaldo | dotatie | onttrekking | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo | eindsaldo |
0.8 Dubieuze debiteuren | 1.372 | 0 | 0 | 1.372 | 1.372 | 1.372 | 1.372 |
0.8 Alg. pensioenwet politiek ambtsdragers + wachtgeld | 3.535 | 71 | -96 | 3.510 | 3.484 | 3.457 | 3.429 |
0.8 Dubieuze vorderingen op openbare lichamen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemene dekkingsmiddelen | 4.908 | 71 | -96 | 4.883 | 4.857 | 4.830 | 4.801 |
Dubieuze debiteuren
De handelsdebiteuren worden jaarlijks bij opmaak van de rekening beoordeeld waarbij vooraf vastgestelde criteria worden gehanteerd (als de vordering “ouder” is, wordt een hoger percentage als dubieus aangemerkt). Over de jaren heen leidt dit tot een saldo dubieuze debiteuren van wisselende samenstelling dat op een redelijk constant niveau ligt. Voor de begroting wordt daarom een meerjarig gelijkblijvend saldo gepresenteerd.
Wachtgeld en wethouders
De wachtgeldvoorziening wordt bij het opstellen van de programmarekening geactualiseerd.