Aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt gevoerd
De gemeente Amstelveen beschikt (nog) over een beperkte voorraad ontwikkelgronden. Gezien de (financiële) risico’s die verbonden zijn aan grote voorinvesteringen bij actief grondbeleid is de gemeente het afgelopen decennium terughoudend geweest met het aankopen van gronden. De gemeente Amstelveen was hierdoor aangewezen op het voeren van een overwegend facilitair grondbeleid en geeft proactief ruimte aan private partijen om hun gronden zelf te ontwikkelen. Met enkel facilitair grondbeleid worden beleidsdoelstellingen moeizaam gerealiseerd, daarom wordt nu situationeel bepaald of de gemeente een faciliterende of meer actieve rol in nieuwe ontwikkelingen neemt.
Bij actief grondbeleid volgen resultaatnemingen uit lopende grondexploitaties. Indien een project zeker met een positief resultaat zal afsluiten is het verplicht eerder tot winstneming over te gaan. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) stelt deze randvoorwaarden voor vervroegde winstneming. Deze zijn opgenomen in de Notitie grondexploitaties 2019 van de commissie BBV (juli 2019). In deze notitie wordt de zogenoemde POC methode (percentage of completion) voorgeschreven voor winstnemingen. Door toepassing van deze methode worden winsten genomen naar rato van de voortgang van het project.
Bij facilitair grondbeleid verhaalt de gemeente kosten op private partijen om de ontwikkeling mogelijk te maken. Dit is voor de gemeente wettelijk verplicht. Eventueel ontstane tekorten of overschotten worden zoveel mogelijk in het jaar waarin ze zich voordoen verantwoord.
Door de enorme druk op de woningmarkt in de regio Amsterdam blijft het prijsniveau van bouwrijpe grond licht stijgen. De prijsontwikkeling op de langere termijn is onzeker.
Verbetering op de markt voor bouwkavels ten behoeve van de realisering van werklocaties (bedrijventerreinen en kantoren) is in beweging. In Amstelveen Noord, waar gemeente en eigenaren in Kronenburg zoeken naar een mix van functies, was sec. het ontwikkelen van kantoren niet aan de orde en werd gestreefd naar woon-werkgebied met ondersteunende voorzieningen en nieuwe kantoorconcepten. Tot op heden ontbreekt de benodigde toestemming van het ministerie van I&W hiervoor vanwege het Luchthavenindelingsbesluit (Lib). In 2020 is de ontwikkelvisie voor de transformatie van bedrijventerrein Legmeer door de gemeenteraad vastgesteld. Momenteel wordt een second opinion uitgevoerd door een extern bureau. Bij gebleken haalbaarheid en uitvoerbaarheid zal de ruimtelijke procedure (formeel) worden gestart.
Voor Startbaan 16 is de bouw van de ruim 550 woningen in volle gang. De oplevering vindt plaats in 2024. Het project Acacialaan wordt eind 2023 opgeleverd. De bouw van de woningen aan de Charlotte van Montpensierlaan start in 2023. Voor project Oostelijke Poeloever fase 2 start de bouw nog dit jaar. Project Alleman kwartier wordt gefaseerd uitgevoerd. In het project Middenwaard zijn alle individuele kavels verkocht, op een na. De uitgifte van de overige gronden is in voorbereiding. Vanwege de zoekopdracht voor nieuwe of tijdelijke huisvesting voor het onderwijs is deze uitgifte vertraagd. Dit wordt in tweede helft 2023 verder voorbereid. Voor het project Landtong is een tenderprocedure (gronduitgifte) in voorbereiding. Het nieuwe schoolgebouw is eind 2024 gereed. De woningen in project Startbaan 8 zijn opgeleverd. Voor project Ouderkerkerlaan 150 wordt de anterieure overeenkomst opgesteld en start dit jaar de ruimtelijke procedure. In het project Westwijk Zuidoost loopt een nieuwe ruimtelijke procedure voor de zorgwoningen. Zodra het bestemmingsplan onherroepelijk is volgt de uitgifte.
Tot slot is voor De Scheg (circa 1.400 woningen) in 2022 het bestemmingsplan De Scheg Oost vastgesteld en de grondexploitatie voor de gehele Scheg. Het bestemmingsplan voor De Scheg West heeft ter inzage gelegen en is voor vaststelling voorzien in oktober 2023. Het bestemmingsplan De Scheg Midden zal eind 2023 ter inzage worden gelegd.
Het is mogelijk dat reeds tijdens de voorbereiding de particuliere ontwikkelaar afziet van de verdere ontwikkeling van zijn initiatief. Er resteert in een dergelijk geval geen wettelijke grondslag voor het gemeentelijk kostenverhaal. Om dit risico te beperken wordt in de voorbereidende fase een afspraak gemaakt over de financiering van ambtelijke plankosten via een voorovereenkomst. Dit vindt plaats in drie stappen. Middels de zogenaamde brief opstartkosten worden kosten voor het opstellen van de projectnotitie (het opstarten van het project) en het opstellen van de voorovereenkomst in rekening gebracht. Vervolgens wordt in de voorovereenkomst geregeld dat de kosten tot en met het nemen van een principebesluit voor het project worden verhaald plus de kosten voor opstellen van de anterieure overeenkomst. In de anterieure overeenkomst worden alle kosten voor het realiseren van het project verhaald die de gemeente moet maken.